Rotkind!!

9 oktober was het “De Landelijke Stiefouderdag”. Om eens stil te staan bij diverse dynamieken van een samengesteld gezin heb ik een aantal invalshoeken belicht. Dit blog gaat over de omgang met de kinderen.

****************

Aahhh…zo blij als je kunt zijn met je nieuwe lief, zo moeilijk kan het zijn in de omgang met de kinderen.

“Je bent mijn vader/moeder niet!” “Van mama/papa mag ik wél altijd eerst gamen voordat ik mijn huiswerk doe.” “Mama/papa zegt dat ik niet naar jou hoef te luisteren.”

En dat zijn dan nog maar een paar voorbeelden. Je begon er vol goede moed aan, wist jij veel waar je aan begon.

Stapelverliefd waren of zijn jullie, jij en je nieuwe lief. Het leven is weer mooi en vrolijk, je hebt je match gevonden. En die kinderen lijken ook lief en aardig, dus dat zal vast loslopen.

Was het maar zo’n feest.

Je liefzoon negeert je volkomen, en richt zich volledig op zijn vader of moeder als hij er is. Enkel het hoogst noodzakelijke wordt aan jou gevraagd, en dan nog liever niet, of als je lief hem aanspoort iets te delen. En dan nog krijg je een eenlettergrepig antwoord, of een gehum.

Je liefdochter vindt jou het vleesgeworden kwaad, die ervoor heeft gezorgd dat papa of mama alleen achter is gebleven, jij hebt haar familie kapot gemaakt. Dus ze gaat nog liever gewoon dood dan dat ze een woord met je wisselt. Ze heeft het rollen met haar ogen tot kunst verheven.

Je eigen kinderen vinden dat je je enorm als een “pleaser” opstelt, en dat je dingen toe laat, en je toe laat spreken op een manier die je van hen onacceptabel zou vinden. Daarbij vinden ze die liefbroer en -zus maar een stel verwende nesten vol drama. Dus ook dat loopt niet soepel, en jij laveert je de tandjes.

En dan nog blijf je jezelf voorhouden dat het wel goed zal komen, ze moeten aan de nieuwe situatie wennen, en het is natuurlijk ook best veel voor ze.

Dus je blijft doorgaan met het achter ze aanlopen en hun zooi op te ruimen, hun kamers netjes te houden, hun lievelingseten te maken - wat ze opeens ZO VIES vinden - of “Bij mama/papa smaakt het toch lekkerder”. En jouw kinderen gaan van de weeromstuit ook in de weerstand, want als die liefkinderen iets niet hoeven, dan zij natuurlijk ook niet. Gelijke monniken, gelijke kappen, toch?

Dus je wendt je tot je lief, om steun, hulp en begrip.

Maar ja…je lief…. Die voelt zich zo schuldig ten opzichte van de kinderen dat hij/zij er geen enkel kwaad in ziet. Alles wat ze doen of zeggen wordt met de mantel der liefde, of de mantel der conflictvermijding bedekt. En die de kinderen dan maar overlaadt met (dure) cadeaus, kleren, scooters, noem maar op.

Maar het opvoeden laat hij/zij even liggen. “De kinderen hebben het al lastig genoeg zonder dat ik ze op hun huid zit.” En hij/zij knuffelt ze nog even. “Heerlijk he zo, lekker samen bij elkaar zijn, papa/mama houdt van jullie.”

En hij/zij steunt je niet noch beschermt hij/zij je positie.

En die positie…daar hebben jullie het eigenlijk nooit echt over gehad. Want het zou wel loslopen. “De kinderen zien vanzelf hoe gelukkig we zijn, dus die accepteren dat wel.”

De gesprekken die je erover wil voeren worden ondergesneeuwd in goede bedoelingen, of je bezwaren en verdrietige emoties worden gebagatelliseerd. Je lijkt van alle kanten onder vuur te liggen, met je goede bedoelingen, het lijkt bij niemand aan te komen.

En als je voor de zoveelste keer bent afgebekt door je liefdochter, of het onzichtbare gedrag van je liefzoon zat bent - want die verschanst zich van begin tot eind van zijn bezoeken op zijn kamer, tenzij er gegeten moet worden- ben je het zat, en je eist van je lief dat hij nu eens optreedt.

En waar jij een (stevig) gesprek over respect en beleefdheid van je lief verwacht naar je liefzoon toe, komt het niet verder dan een “Foei, niet meer doen. Dat zou je toch zelf ook niet leuk vinden? Ik wil dat je iets meer je best doet.”

En je liefdochter krijgt helemaal geen uitbrander vanwege haar onhebbelijke gedrag, want die barstte in diepe snikken uit en toen moest ze natuurlijk getroost worden, dus nee, er was geen moment om haar aan te spreken op haar gedrag. “Dat komt een volgende keer wel, jeetje, je hoeft toch niet zo onaardig te doen, je ziet toch dat dat meisje het moeilijk heeft?!”

Kortom…het gaat niet erg lekker. En jij staat met je rug tegen de muur.

Herkenbaar? Voel je jezelf ook te vaak verkrampt of met een steen op je maag rondlopen? Op eierschalen lopen? Balanceren tussen - zoals de Amerikanen het zo mooi zeggen- a rock and a hard place?

Wil je er eens over praten? Neem dan contact met me op.

Vorige
Vorige

Oud geld, nieuw geld?

Volgende
Volgende

Het mindere kind